By clicking “Accept All Cookies”, you agree to the storing of cookies on your device to enhance site navigation, analyze site usage, and assist in our marketing efforts. View our Privacy Policy for more information.
²

Fit for 55: het Europees Parlement keurt belangrijke wetten goed om onze Europese klimaatdoelstelling tegen 2030 te halen

18
.
04

Met de Green Deal wil Europa het eerste klimaatneutrale continent ter wereld worden. Dat principe op een VN Klimaattop vastleggen, is één zaak. Het in de praktijk omzetten is een stuk moeilijker. Net daarover gaat het bij deze 'Fitfor 55'- wetgeving: hoe kunnen we tegen 2030 onze CO2 uitstoot met 55% verminderen. Op dinsdag 18 april keurde het Europees parlement de belangrijkste voorstellen goed na lange onderhandelingen. Het gaat met name over de uitbreiding van het Europees emissiehandelssysteem (ETS), de invoer van een koolstofgrensheffing (CBAM) en de lancering van een sociaal klimaatfonds (SCF). Belangrijk is om die drie als één geheel te zien, want ze zijn ook alledrie met elkaar verbonden. Een woordje uitleg:

 

ETS (Emission Trading System ofwel emissiehandelsysteem)

Europa heeft met het ETS het grootste en meest succesvolle systeem voor handel in emissierechten ter wereld gecreëerd. Het principe is simpel: een bedrijf dat CO2 wil uitstoten, moet daarvoor uitstootrechten kopen op een uitstootrechtenmarkt. Het kost vandaag zo'n 100EUR voor een ton CO2.  Door de invoering van dat systeem is sinds 2005 de uitstoot van de industrie met 35% gedaald. Het geld dat uit die markt komt, vloeit naar de lidstaten. Die inkomsten zijn door de jaren heen bijna verdriedubbeld. België kreeg 2,2 miljard EUR tussen 2013 en 2021. Maar nu steekt Europa dus een tand bij en past ze deze wetgeving aan. Het huidig ETS systeem, dat tot nu toe vooral voor de zware industrie was, wordt uitgebreid met nieuwe sectoren die tot nu ook voor veel CO2 uitstoot zorgen: het vervoer ter land, ter zee en in de lucht, en de gebouwen. 'De vervuiler betaalt' wordt met de uitbreiding van het emissiehandelssysteem vanaf 2027 niet alleen van toepassing op de zware industrie, maar ook op weg, zee- en luchtvervoer en op woningen. Weliswaar is er een limiet gezet tot 2030 op de prijs. In tegenstelling tot de industrie die 100 EUR voor een ton CO2 betaalt, wordt voor de nieuwe sectoren het maximum op 45 EUR per ton CO2 gezet. Dat betalen dus de brandstoffenleveranciers en zullen zij vermoedelijk doorrekenen aan de pomp – gemiddeld zo'n 10 cent per liter diesel wordt gerekend. Door te kiezen voor dit emissiehandelsysteem zal die aanpassing meer geleidelijk gebeuren en wordt het ook gekoppeld aan een sociale correctie om de zwaksten te steunen. Bijkomend kan de opstart van dat systeem nog eenmalig uitgesteld worden naar 2028, mocht blijken dat de prijzen voor energie in 2027 opnieuw te hoog zouden zijn, zoals dat eind 2022 door de oorlog in Oekraïne het geval was.

De keuze om die sectoren ook onder dat systeem laten vallen was een keuze van de onderhandelaars van de Commissie, de Raad en het Parlement. Andere opties zijn veel 'botter' en hadden bijvoorbeeld kunnen gaan over harde renovatievereisten tegen 2030 of een totaalverbod op dieselauto's tegen 2030.

 

SCF (Social Climate Fund ofwel Sociaal Klimaatfonds)

De meest kwetsbaren zullen het gelag betalen, kan je makkelijk denken. Daaraan werd gedacht bij de oprichting van het Sociaal Klimaatfonds. Om de sociale effecten van deze nieuwe maatregelen op te vangen, werd dat fonds opgericht met een pot geld ter waarde van €86 miljard die de lidstaten kunnen besteden. Dat geld zal komen uit de inkomsten van het emissiehandelssysteem. Zo zal België €1.6 miljard uit deze pot krijgen om de meest kwetsbare gezinnen, families met lagere middeninkomens en micro-ondernemingen te steunen. Die som geld is berekend op basis van de bevolking in de verschillende lidstaten, en van het aandeel bevolking in energiearmoede in dat bevolkingscijfer. De Belgen maken 2,6% uit van de Europese bevolking, en we krijgen ter waarde van 2,55% uit dat Europees sociaal klimaatfonds. Nederland krijgt in vergelijking de helft van dat bedrag. Dat betekent dat bij ons in België gemiddeld genomen meer gezinnen in energiearmoede leven dan in bijvoorbeeld Nederland. Maar dé centrale vraag wordt nu voor alle lidstaten, en dus ook België, hoe ze dat geld gaan besteden. Er mag voor maximaal 37,5% van dat bedrag uitgegeven worden aan ondersteuning in de vorm van inkomenssteun, denk bijvoorbeeld aan energiecheques, kortingen op de energiefactuur of premies. Dit moet gaan naar kwetsbare gezinnen en micro-ondernemingen. De rest moet door België geïnvesteerd worden in de renovatie van gebouwen, het aanmoedigen van hernieuwbare energie, de vergroening van ons wagenpark en het gebruik van openbaar vervoer en deelmobiliteit. Belangrijk is dat dat al vanaf 2026 kan gebeuren, terwijl de start van dat emissiehandelsysteem voorzien is in 2027. Wat België zal kiezen, wordt bepalend voor wie net de effecten van deze maatregelen meer of minder zullen voelen.

 

CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism ofwel koolstofgrensmechanisme)

Wat dan met de import uit het buitenland? Kunnen zij zonder die klimaatregels niet veel goedkoper produceren? Ook daaraan werd tijdens de onderhandelingen gedacht. Door de invoering van die CBAM, die in feite een taks betreft op de invoer van producten uit bepaalde CO2-intensieve sectoren zoals staal, cement of meststoffen, zal de koolstofprijs van producten van buiten de EU in lijn worden gebracht met de prijs die bedrijven binnen Europa betalen, zodat bedrijven die buiten de EU gevestigd zijn en niet gebonden zijn aan de Europese regels voor koolstofemissies geen concurrentievoordeel meer genieten. Dat gelijke speelveld moet er zijn, willen we de concurrentiepositie van onze bedrijven niet nog moeilijker maken dan ze vandaag al is. Bovendien komt er ook exportsteun aan bedrijven die in de EU produceren en buiten de EU uitvoeren, en daar hun productiemeerkost niet zullen recupereren door andere marktprijzen. Door die exportsteun ter waarde van 3,5 miljard EUR willen we vermijden dat Europese bedrijven verkassen naar het buitenland. Maar ook dat systeem wordt geleidelijk ingevoerd: pas als het in voege treedt, verdwijnen de gratis uitstootrechten die die bedrijven nu genieten ter compensatie.

 

Kort samengevat: voldoende ademruimte voor bedrijven én burgers

In de nieuwe wetgeving zorgen we er voor dat bedrijven én burgers de nodige ademruimte krijgen om die doelstellingen te realiseren. Hoe zal dat gebeuren?

·        De nieuwe CO2-uitstoot doelstellingen zullen voor de industrie maar geleidelijk aan ingevoerd worden in het nieuwe ETS.

·        Er zijn extra garanties voor de exporterende industrie die onder het nieuwe CBAM regime zullen vallen.

·        De toepassing van het ETS op wegvervoer en transport treedt pas in werking vanaf 2027.

·        Indien de gas- of olieprijzen dramatisch de hoogte ingaan zoals dit jaar, kunnen we aan een noodrem trekken en het nieuwe ETS met nog een jaar uitstellen tot 2028.

·        Er wordt een prijsplafond ingevoerd van €45 per ton CO2 om de prijzen te stabiliseren tot en met 2030.

·        Het sociaal klimaatfonds zal één jaar vroeger in werking treden vanaf 2026 om de effecten op te vangen voor de meest kwetsbare gezinnen, families met lage middeninkomens en micro-ondernemingen.

 

We gaven in Parijs indertijd ons akkoord om klimaatneutraal te zijn tegen 2050. Deze wetgeving zet daar nu concrete stappen naartoe. Dat is nodig, maar moet op mensenmaat gebeuren, en dat is het belangrijke evenwicht dat in deze dossiers gevonden werd.